BAAS GANSENDONCK
Omstreeks 1860 in de Kempen... De postkoets voert Peer Gansendonck, de hoogmoedige waard van de ‘Sint-Sebastiaan’, van de stad naar zijn Kempens dorpje. In de stad heeft hij van de notaris het erfdeel van zijn overleden broer in klinkende goudstukken ontvangen. Dit erfdeel vergroot zijn fortuin, zodat zijn hoogmoed nog toeneemt.
Gansendonck voelt zich ver boven de boeren verheven en waant zich van adel. Reeds voor de ontvangst van dit erfdeel spiegelde hij zich aan Baron van Bruinkasteel, maar nu voelt hij zich diens gelijke. Hij aapt de kleding en de manieren van de baron na en maakt van zijn knecht Kobe een lijfeigene. Dit wekt de spotlust van de dorpelingen op, die Gansendonck genadeloos uitlachen. Zijn dochter Lisa is steeds eenvoudig gebleven. Oogluikend heeft Gansendonck de idylle tussen Lisa en Karel, de brouwerszoon, toegestaan. Maar na de erfenis vindt hij Karel te min voor zijn dochter. Hij wil dat ze huwt met de baron. Maar Lisa blijft trouw aan Karel. Gansendonck haalt de lichtzinnige baron in zijn herberg om Lisa het hof te maken. Karel treedt dreigend op tegen de baron en vraagt Gansendonck om uitleg. Met als gevolg dat hij uit de herberg geworpen wordt en Lisa voorgoed verliest. Gansendonck slaagt erin om zich met zijn dochter te laten uitnodigen op het kasteel. Hier worden ze op een spottende wijze door de adellijke gasten ontvangen. Karel bespiedt hen en als de baron Lisa wil zoenen, dient hij hem een flink pak slaag toe. De adel voelt zich hierdoor bedreigt en laat Karel in de gevangenis werpen. De ongelukkige Lisa kwijnt nu langzaam van verdriet weg. Gansendonck eist nog steeds dat zij met de baron trouwt. Maar deze vertelt hem dat hij niets om Lisa geeft en met een dame uit Parijs verloofd is. Nu gaan Gansendoncks ogen wijd open. Hij beseft dat de geneesmiddelen Lisa niet meer kunnen helpen. Alleen Karels terugkomst kan haar lijden nog verzachten. Gansendonck is berouwvol en doet alles om Karel uit de gevangenis te laten ontslaan. Wanneer hij de twee jonge mensen bijeen ziet, is zijn geluk hervonden. Eens te meer heeft de liefde het geld overwonnen
Une jeune fille belle et innocente est utilisée comme proie par son père, un aubergiste sans scrupules qui veut la marier à un baron fortuné. Le galant de la jeune fille, en apprenant la nouvelle, est fou de jalousie.Adaptation romancée, joyeuse et musicale du roman homonyme d’Hendrik Conscience, pilier de la littérature historique et romantique flamande (1812-1883), cette énorme production (pour l’époque) magnifie les paysages bucoliques de la Campine. Le réalisateur Gaston Arien nous offre les deux facettes de ces Flandres de l’époque : d’un côté la campagne, sa nature sauvage, sa faune, ses roseaux, ses paysages plats et champêtres à perte de vue bercés sous une légère bruine, et de l’autre côté les fastes de la bourgeoisie avec ses festins de rois, ses robes luxueuses et ses maisons de maîtres dignes des plus grands palaces. Le côté bucolique des paysages se marie formidablement avec un noir et blanc contrasté du plus bel effet. L’opposition entre bourgeois et campagnards sans le sou est réussie, bien qu’il soit permis, soixante ans plus tard, de trouver le propos et les personnages assez naïfs, caricaturaux et simplistes, ou tout simplement dépassés. Ce qui fera sans doute pour beaucoup le charme de cette production.
année de production-productiejaar: | 1945 |
genre: | melodrama |
durée-lengte: | 105 min |
procédé: | Zwart/wit - Noir et blanc |
version-versie: | Nederlands (synchrone klank) zonder ondertitels |
production-productie: | C.I.F. |
réalisation-realisatie: | Gaston Ariën |
scénario-scenario: | Gaston Ariën, Hendrik Gonnissen naar de gelijknamige roman van Hendrik Conscience |
images-beeld: | Raymond de Souter |
musique-muziek: | J.A.Zwijsen |
interprétation-vertolking: | Robert Marcel, Luc Philips, Cary Fontijn, François Bernard, Werner Degan, Gella Allaert, Frans Van den Brande, Charles Mahieu |