OBOOL, DE

• Imprimer
• E-mail

Arno’s contract bij de petroleummaatschappij in de Sahara is ten einde. Hij keert terug naar Europa. Op weg naar de haven heeft hij motorpech. Hij slaagt er niet in om de wagen terug op gang te brengen. Plots ziet hij als in een fata morgana het puin van een oud paleis. Hij strompelt ernaar toe en ontmoet er allerlei vreemde mensen. Langzaam verdwijnt het paleis en hij merkt dat zijn wagen hersteld is.

In de stad ontmoet hij zijn vriend Gilles die zijn verhaal over het paleis niet gelooft. Arno begint een speurtocht naar de ruïnes. Hij ontmoet Ker, die hij in zijn droom heeft gezien. Deze is matroos op een schip dat in een smokkelzaak is betrokken. Hij spreekt over een ‘Blauwe Vlinder’. Dit blijkt de leider van de smokkelbende te zijn. Arno ontmoet Gilles opnieuw. Ze maken ruzie en gaan uiteen. Arno vaart naar Europa, samen met Ker, Blauwe Vlinder en Nicole:een dame die Ker moet verleiden. Deze weigert op haar voorstellen in te gaan en Blauwe Vlinder besluit hem te vermoorden. Als Arno Ker wil opzoeken, vindt hij niemand meer op het schip. Hij verlaat de boot met een reddingssloep en ziet niet hoe de witte man uit zijn droom, Karon, op het schip ronddwaalt. Arno landt op de Spaanse kust. Hij schrijft een brief aan Gilles en plots staat Karon voor hem. Arno denkt dat er twee personen in hem leven. Karon raadt hem aan om de twee personen met elkaar te confronteren.De confrontatie brengt geen oplossing. Arno wil een einde aan zijn leven maken. Hij heeft geen obool om de overtocht te betalen en betaalt met zijn eigen persoon. Een toneelspeler schiet Arno in opdracht van Karon dood. De dronken Gilles ontvangt Arno’s brief en schrijft hem een bittere brief terug. Karon verschijnt nu ook bij Gilles om diens ontspoorde leven een andere wending te geven.

• Précédent
• Suivant